Historie
Het badtoerisme aan de Belgische Kust vond aan het begin van de 19de eeuw zijn intrede. Een trend uit Engeland, naar het voorbeeld van diverse andere kuuroorden. Het waren Engelsen die het helende zeebadcultuur aan de Belgische kust introduceerden. Het zeebaden is destijds enorm populair bij de hogere klassen (adel en jonge industriëlen), die de kustplaatsen zowel voor een gezondheidskuur als voor het society-amusement bezoeken. Het badtoerisme ontwikkelde zich eerst in Oostende. Dat kwam doordat Oostende de goede spoorverbinding met Brussel en Keulen had. Verder was de stad ook voor buitenlandse (hoofdzakelijk Engelse) toeristen goed bereikbaar door de Oostende-Dover veerlijn.
Badtoerisme
Het badtoerisme ontwikkelde zich vervolgens ook in Oostduinkerke, weliswaar op een iets bescheidener wijze. De eerste binnen- en buitenlandse zomergasten komen voor de gezonde zeebaden. Nieuwe trein- en tramverbindingen lokken toeristen en investeerders. Ook de inwoners begonnen brood te zien in het opkomend toerisme en de eerste hotels openden hun deuren. Al voor de Eerste Wereldoorlog zijn de dorpen tot echte badplaatsen uitgegroeid.
Na de oorlog stijgt het aantal badgasten. Zonnebaden komt nu ook in trek. Door de invoering van het betaald verlof kan ook de Belgische middenklasse nu ook met vakantie. Maatschappijen bouwen villa's, vakantiewoningen en allerlei amusement. De lokale visserij maakt meer en meer plaats voor toerisme en horeca.
Na de Tweede wereldoorlog volgde een wederopbouw dat de basis vormde voor de badplaats van vandaag. Na 1945 schept het massatoerisme werkgelegenheid en veroorzaakt het een forse bevolkingsstijging, met nieuwe eigenaars, personeel, winkeliers, restaurant- en caféhouders. Vakantiewoningen nemen de plaats in van hotels.
Oostduinkerke blijft groeien, ook wanneer de Belgen vanaf 1960 massaal met vakantie gaan naar het buitenland. De hotelkamers zijn gehalveerd, maar het aantal appartementengebouwen en villa's stijgt. De verkeersluwe kust is ingeruimd voor wandelaars, fietsers en skeelers. De zomer blijft het topseizoen, maar het winter- en weekendtoerisme wordt ook aantrekkelijk. Het toerisme nam in de volgende jaren sterk toe. is zo verder gegroeid tot een moderne badplaats waar het tegenwoordig goed wonen, werken en recreëren is.